Opgezweept door de fabels van de nationalisten ontstonden in het oude continent mythische, sprookjesachtige wezens die fundamenteel tekenend waren voor het hedendaagse Europa. Wat eet een "gedoogregering"? Waaraan herken je zijn excrementen? Welk soort regering staat er de Belgen te wachten? En de Finnen, de Nederlanders, de Fransen? De mythomotoriek van Europa was stilgevallen, het vermogen het eigen lot nog te verbeelden lag lam, en net wanneer faunachtige figuren begonnen uit te zwermen over Europa begon Meneer Afzal zijn wandeling...
Meneer Afzal is een betrouwbare man. Jarenlang goede bediende te Brussel. De laatste maanden is het rumoerig buiten. Mensen komen de straat op. Terwijl hij de tabellen invult roepen ze zaken die hij niet thuis kan brengen. Meneer Afzal wil weten wat er gebeurt, hij wil begrijpen waarom die mensen op het plein onder het raam van zijn kantoor samenklitten, wat ze vragen, waartegen ze zich verzetten, waar ze voor staan. Meneer Afzal wordt geboren op het moment van zijn opstand. Hij rolt zijn stoel naar achteren, hij gaat naar het venster en steekt zijn oor er door. Een onverwachte windstoot smakt het venster dicht: oor vast. Hij verbijt de pijn, zet twee stappen naar achter en tot zijn verbazing rekt zijn oor uit tot een reusachtige lap van veertig op zeventig centimeter. Het gonst en galmt en scherper dan ooit neemt hij waar. Hij haalt diep adem en wandelt met geheven hoofd naar buiten, zijn oor daarbij even om zijn hals draperend als een exquise sjaal.
Een komische reeks begint, een grotesk feuilleton, een slapstickverhaal, een politiek sprookjesboek, een proeve van Europese mythologie met haar op.