Gisteren een documentaire gezien met twee en een half uur interviews met Toni Negri. Hij zit in de gevangenis en hij haalt de schouders op: wie is wel vrij? Hier, zegt hij, wordt dan wel zijn plezier ontnomen en dat is vervelend maar cel of geen cel, het is hem te doen om de vreugde. Negri: werk van het verzet, van het nu, van de volheid van het bestaan. Hij verjaagt daarvoor alle dagdromen, alle nachtdromen, alle fantasmagoriën, mijmerijen en herinneringen om de volheid van het nu te pakken. Tien, twaalf uur per dag schrijft hij. Hij zegt dat hij de gebeurtenis van het spreken schept, hij maakt gemeenschap, hij is verzet.
Het egelvosje is geen dagdroom, ik heb er geen hoop op. Spreken van het egelvosje is zijn bestaan de werkelijkheid in trekken. Dat houdt niet op. Het egelvosje is op komst, en alleen in het opkomst zijn kan het bestaan. Het egelvosje is nog niet. Dat is het. Dat is het voor nu.